Reisverslag Bhutan en Sikkim

Dit is een reisverslag van een studiereis van een van onze medewerkers in oktober 2008 naar Sikkim en Bhutan

Dag 1 vlucht Kathmandu – Paro
We vliegen met Drukair, de Bhutaanse luchtvaartmaatschappij die het alleenrecht heeft op vluchten naar Paro. Het is veruit de meest spectaculaire vlucht van m’n leven, waarvan ik weet dat deze in zijn schoonheid niet meer overtroffen gaat worden. We waren al vroeg bij de incheck-balie en hebben dus zo een plaats aan de linkerkant, achter de vleugel, weten te bemachtigen. We zien achtereenvolgens de Mount Everest, de Makalu en de Kanchenjunga boven de wolken uit verrijzen. Kort ná binnenkomst boven Bhutaans grondgebied verschijnt direct de op éénnahoogste hoogste berg van het land, de Jhomolhari (7314 m), waarna een ware duikvlucht door het gebergte volgt naar de nationale luchthaven.
De moesson is gelukkig volgens planning nét voorbij en het is aangenaam warm bij onze aankomst in Paro. We ontmoeten onze gids en chauffeur die, geheel volgens voorschrift, gekleed zijn in de gho, een geruite jurk voor mannen die reikt tot kniehoogte.

Nadat we ons hotel, een pittoresk guesthouse met uitzicht op Paro,, hebben bezocht bezoeken we de dzong, een fortificatie en tegelijk klooster dat tegenwoordig voornamelijk een bestuurlijke functie heeft, van Paro. Het is een prachtig bouwwerk, één van de weinige die de aardbeving van 1897 had overleeft, maar helaas wel gedeeltelijk werd verwoest door een vuur in 1907. Tegenwoordig leven er rond 200 monniken in de dzong, maar als wij het terrein bezoeken is het erg rustig. Op weg naar de ruïnes van de oude dzong van Drukgyel zien we al meteen een aantal jonge mannen bezig met hun nationale sport, boogschieten. We verbazen ons over de grote afstand tussen schutter en doel. Wel 140 meter! Een wedstrijd, waaraan zo’n 15 schutters deelnemen, duurt al snel de hele dag.
De Drukgyel Dzong ligt zo’n 14 kilometer buiten Paro en staat bekend om de gedenkwaardige overwinning van de Bhutanezen op de Tibetanen in de 17e eeuw. Via een nepingang werden de Tibetanen in een soort doolhof geleid, waardoor het leek dat er zich veel meer Bhutanen in het gebouw bevonden dan in werklijkheid. Het boezemde de aanvallers zoveel angst in dat ze op de vlucht sloegen. In werkelijkheid waren ze ruim in de meerderheid. Wat nu rest van de Dzong is een ruïne.

Dag 2 Paro
Op weg naar het Taktshang Goemba, ofwel het ‘Tijgernest klooster’, zien we een aantal scholieren in hun traditionele kleding wachten op de schoolbus. Net als in Tibet zijn alle bruggen en passen behangen met duizenden gebedsvlaggetjes, wat het landschap vrolijk kleurt. Het tijgernest klooster is vanuit het dal al goed te zien en we maken ons op voor een behoorlijke klim van zo’n 900 meter in hoogte. Een aantal Chinese toeristen laat zich te paard omhoog rijden, maar wij kiezen ervoor te voet omhoog te gaan. We krijgen er geen spijt van, want hoewel het een hele klim is, we hebben zo wel de mogelijkheid om prachtige foto’s te maken vanuit allerlei hoeken van het klooster en omgeving. Het klooster was in 1998 vernietigd door een vuur, waarschijnlijk veroorzaakt door een boterlampje, maar is inmiddels geheel en al gerestaureerd. Het is een pelgrimsoord ook bezocht door de nationale heilige Shabdrung Rinpoche Ook Milarepa schijnt er te hebben gemediteerd.
In de namiddag bezoeken we nog het nationaal museum, dat is gehuisvest boven de dzong in een rondvorming gebouw dat waarin we vier rondjes, er zijn vier verdiepingen, lopen langs de cultuurgeschiedenis van het koninkrijk.

Dag 3 Paro – Thimpu
In heel Bhutan is nog maar één brug die oorsponkelijk zou zijn gebouwd door Thangtong Gyalpo, de ‘IJzeren Bruggenbouwer’. Deze lama zou 108 bruggen hebben gebouwd in Bhutan en Tibet met ijzeren kettingen, waarvan het een raadsel is hoe ze in die tijd (15e eeuw) zo perfect konden worden geconstrueerd. Deze ene brug ligt in het oosten van het land, maar sinds kort staat er een nieuw exemplaar aan in de oude stijl ten oosten van Paro op de weg naar Thimpu. Het is onze enige halte op de grootste en breedste verkeersader van het land, die tussen Paro en Thimpu. Alleen op deze weg zou een chauffeur op het idee kunnen komen om het overal geldende snelheidlimiet van 40 km per uur te overschrijden. Voor het overige is er geen weg in het hele land die meer dan 50 meter bochtloos is. Hoewel er geen enkele controle is houdt vrijwel iedereen, ook op deze weg, zich aan dit snelheidlimiet, gezagstrouw als de Bhutanezen in alle opzichten zijn.

In Thimpu vallen we met de neus in de boter, want vandaag is de 4e dag van het Thimpu Tschechu, de laatste dag van het jaarlijkse festival. Vanwege de grote belangstelling vindt dit evenement nu plaats naast de plaatselijke dzong, in plaats van op de binnenplaats. Als we aankomen zijn de tribunes van dit theater overbevolkt. Toch weet onze gids een staanplaats voor ons in de schaduw, want het is behoorlijk warm vandaag, te bemachtigen. We hebben een prachtig zicht op het terrein.
De voorstelling begint met een traditionele dans, waarna gemaskerde dansers het terrein betreden. Deze worden in een langdurig, maar prachtig, schouwspel verdreven door dansers met trommels en kromme houten stokken. Alvorens deze dansers, met afschrikwekkende maskers en oranje rokken, het terrein betreden wordt een aantal toeschouwers gezegend door een klap op het hoofd met de houten stok. Ik ben één van de ‘gelukkigen’.
Het festival duurt de hele dag, is vrij toegankelijk, maar voor iedereen ook in alle rust op de nationale tv live te volgen.

Dag 4 Thimpu
Een bergetappe vandaag, eerst naar het Tango klooster, een klim van zo’n 45 minuten. De vertaling voor de naam van het klooster luidt ‘Paardenhoofd klooster’ en inderdaag als we het klooster hebben bereikt, zien we in de rotsen een vorm van eenpaardenhoofd verschijnen. Sinds de 12e eeuw staat hier al een klooster. Het huidige gebouw dateert van de 15e eeuw en is gebouwd door de ‘Divine Madman’, die andere nationale held van Bhutan, die we in Phunaka nog zullen tegenkomen. Ook Shanbdrung Ngawang Namgyal heeft in de grot nabij het klooster gemediteerd. Deze meditaties hebben ertoe bijgedragen dat de Tibetanen een halt werd toegeroepen in hun gewelddadige opmars richting Bhutan.
Een korte klim door het struikgewas biedt ons vervolgens een mooi zicht op het Cheri klooster, ons doel voor de namiddag aan de overzijde van het dal. Op weg naar beneden komen we nog even langs een klein tempeltje naast de grot waar Shabdrung gemediteerd schijnt te hebben.

We lunchen aan de rivier, de Wang Chhu tussen de beide kloosters in waarna het zo’n anderhalfuur klimmen is naar het Cheri klooster, gebouwd door Shabdrung in de 17e eeuw.
Terug in Thimpu bezoeken we de grote dzong van de hoofdstad, dat nu een grote rust uitstraalt, dit in tegenstelling tot gisteren tijdens de laatste dag van het festival. Dit is ook het werkterrein van de koning die woont tussen de dzong en het parlementsgebouw, waar, na de eerste vrije verkiezingen in de geschiedenis van het land, nu de regering zetelt.
Op de weg terug naar het centrum rijst het grote 5 sterren hotel Taj dat onlangs is opgeleverd boven het centrum uit. Dit hotel zal binnenkort gevuld zijn met genodigde buitenlandse gasten die op bezoek komen voor de kroning van de nieuwe koning. Wat we nu nog niet weten is dat we er zelf op de terugweg ook een nachtje zullen overnachten.
In het centrum van Thimpu doen we wat inkopen en kunnen we er tot onze verbazing in de meeste winkels gewoon met euro’s betalen. Thimpu is, volgens de Bhutanezen, de enige hoofdstad ter wereld zonder verkeerslichten. Een aantal jaren geleden waren twee kruispunten in de stad voorzien van verkeerslichten, maar op last van de koning werden deze weer verwijderd, men vertrouwd meer op de agent die het verkeer vanuit het midden van het kruispunt regelt.

Dag 5 Thimpu – Bumthang
Een reis van een uur of tien over drie passen en langs een tweetal fraaie dzongs. Vandaar dat we vandaag vroeg aan de reis beginnen en zo staan we rond een uur of 10 op de eerste pas, de Dochu La (3150 m), vanwaar we een prachtig zicht hebben op de bergen van de oostelijke Himalaya. Helaas is het niet onbewolkt, waardoor we de Jhomolhari niet kunnen bewonderen. En dat zijn precies de bewoordingen waarmee de Bhutanezen over hun bergen spreken. Voor hen zijn de bergen heilig, om te bewonderen, niet om te beklimmen. Op de pas staan maar liefst 108 stupa’s.
In de afdalinging van zo’n twee uur rijden we van alpine vegetatie naar de half-tropen, met cactussen, bananenbomen en poinsettia’s. Het is er op deze hoogte rond (1500 m) ook erg warm. We steken over naar de andere kant van de Puna Tsang Chhu en bezoeken de dzong van Wangdue, prachtig gesitueerd tussen twee rivieren boven de stad uittorenend.
Vanaf de volgende pas, de Pele La (3420 m) is geen fraai uitzicht, maar vlak vóór we de top bereiken zien we heel kort de Jhomolhari tussen de wolken door verschijnen.
Het volgende dal dat we bereiken is weer totaal verschillend, vol rhodondendrons en varens. We kunnen ons voorstellen dat het hier vooral in het voorjaar erg mooi moet zijn. We lunchen in Chendebji nabij de lokale chorten die erg veel weg heeft van de Swayambhunath in Kathmandu. Vervolgens rijden we door Trongsa, dat we op de terugweg zullen bezoeken, want we moeten een derde pas over en wel de hoogste van vandaag, de Yotong La pas (3425 m). Het is al bijna donker als we het dorp Jakar bereiken in de Bumthang vallei.

Dag 6 Bumthang - Trongsa
In het dorp Thangbi zo’n 6 kilometer buiten Jakar vindt vanaf vandaag het Thangdi Mani festival plaats. Dit wordt gehouden in de Thangbi tempel, een oude tempel uit de 14e eeuw gebouwd door Shamar Rinpoche. De ambiance is heel anders dan bij het Thimpu festival drie dagen geleden. Dit is een veel kleiner festival, dat minder strak georganiseerd is en het gaat er een stuk gemoedelijker aan toe. Als iedereen een plaatsje heeft gevonden op de kleine binnenplaats en klaar staat voor de voorstelling, blijkt dat er eerst een soort reiniging zal plaatsvinden buiten het tempelcomplex. Daar staan twee grote stapels hooi naast elkaar opgesteld die, naar traditioneel gebruik, in brand zullen worden gezet, waarna iedereen die gereinigd will worden tussen de vuren door zal rennen. Onze gids heeft al snel een plaatsje op het dak van van een busje geregeld, waardoor we een mooi zicht hebben op dit spectakel. Het duurt ongeveer een half uur voordat iedereen gereinigd is.
Omdat onze gids uit deze regio komt en het gebruikelijk is dat bekenden elkaar gedurende het festival uitnodigen voor een hapje en een drankje worden wij ook door kennissen van hem uitgenodigd om een soort zelfgemaakte gepeperde pasta met een tevens zelfgemaakt alcoholisch drankje te nuttigen.
In de namiddag bezoeken we de het Lamay klooster, waarna we de terugreis naar het westen aanvaarden. We komen ’s avonds laat aan in Trongsa, waar we overnachten in het Yangkhil resort, van waaruit we en prachtig zicht hebben op de dzong van Trongsa.

Dag 7 Trongsa – Wangdue
Na het ontbijt bezoeken we de indrukwekkende dzong van Trongsa. Deze staat heel strategisch tussen twee stromen van de Mangde Chhu, waardoor men in vroeger tijden wel door de dzong heen moest om van het oosten naar het westen te komen of andersom. Het inmense gebouw is in verschillende fasen gebouwd en heeft behoorlijk te lijden gehad van de aardbeving in 1897, maar is geheel gerestaureerd en klaar voor de festiviteiten rondom de kroning.
Een dal verderop ligt de Phobjika, een hooggelegen vallei op de hellingen van de ‘Black mountains’. We zijn iets te vroeg voor de zwarte kraanvogels, die verschijnen hier aan het eind van de maand, maar komen op tijd voor alweer een lokaal festival. Hier in de Gangtey tempel hebben we helemaal goed zicht op het schouwspel, want er lijken maar weinig buitenstaanders op de hoogte van dit festival, dat plaatsvindt ter ere van het volbrengen van de restauratie van de tempel.
We overnachten in een geheel nieuw hotel in Wangdue gelegen aan de Puna Tsang

Dag 8 Wangdue – Thimpu
Als we ’s morgens vroeg wakker worden zien we in de verte de besneeuwde toppen van de oostelijke Himalaya, maar tegen de tijd dat we de Dochu La pas zullen bereiken zal er al weer behoorlijk veel bewolking hangen rondom de 7 en 8-duizenders.
We gaan eerst naar de half uur stroomopwaarts gelegen dzong van Punakha, voorheen de winterhoofdstad, waar men vrijwel klaar voor de kroning begin november. In dit prachtige bouwwerk, zullen namelijk de eerste plechtigheden plaatshebben. De laatste hand wordt gelegd aan de in 1994 door een overstroming verwoeste brug over de Mo Chhu, hele schoolklassen zijn bezig met het schoonmaken van de omgeving van de dzong en in het gebouw zijn monniken bezig met het ophangen van de versieringen ter ere van de feestelijkheden.
Hoewel de vorige vier koningen binnen in de tempel zijn gekroond, zal de kroning van de vijfde koning niet op dezelfde plek plaatsvinden, want in de tempel mogen geen vrouwen komen. Was dit bij de vorige kroning 36 jaar geleden nog geen probleem, aangezien er nu ondermeer behoorlijk veel buitenlandse gasten worden verwacht, heeft men voor een andere lokatie binnen de dzong gekozen.
Vóórdat we voor een tweede keer de Dochu La pas oversteken bezoeken we ook nog even de Chhi-Med tempel, die van de ‘Divine Madman’, een veelbezochte plek door jonge stelletje met kinderwensen.
Terug in Thimpu overnachten we in het nieuwe Taj hotel.

Dag 9 Thimpu – Phuentsholing
De weg tussen Thimpu en Phuentsholing is, naast die tussen de hoofdstad en Paro, de drukstbereden weg van het land. Via deze weg worden alle producten voor West-Bhutan vanuit India aangeleverd en gaan grote hoeveelheden aardappelen vanuit Bhutan naar India. Aangezien men momenteel bezig is deze weg de verbreden zijn er behoorlijk veel wegopbrekingen en zijn we de gehele dag onderweg. Vlak voor we Phuentsholing binnenrijden bezoeken we de Khardandi tempel. Van hieruit kunnen we de dubbelstad zien liggen en komt ons het overdonderende geluid, inclusief de oproep tot gebed tot Allah vanuit een minaret, van het Indiase gedeelte tegemoet.
Phuentsholing is naar ons idee veruit de lelijkste plaats in Bhutan. Het is er behoorlijk druk en al helemaal niet meer zo schoon als al die andere plaatsen die we hebben bezocht. We overnachten op steenworp afstand van de grensovergang, de poort naar India in ons geval.

Dag 10 Phuentsholing - Gangtok
We nemen afscheid van onze Bhutaanse gids en chauffeur en begroeten hun Sikkimese opvolgers. De grensformaliteiten stellen niet veel voor en al snel rijden door de theeplantages van het vlakke West-Bengalen. We zien de overblijfselen van de gevolgen van de moesson; brede rivierbeddingen, waar nu nog maar een klein stroompje doorheen stroomt. Af en toe zien we wat aapjes langs de kant van de weg, maar er blijken hier ook heel veel olifanten te huizen. Her en der staan namelijk wachttorens van waaruit, bij naderende olifanten, signalen worden gegeven om grote lampen te laten ontsteken waardoor de olifanten van schrik op de vlucht gaan.
Het is erg warm, we zitten dan ook zo’n 2000 meter lager dan gisterenochtend in Thimpu. De rit naar Gangtok, de hoofdstad van Sikkim duurt ongeveer 6 uur en gelukkig ligt Gangtok alweer op zo’n 1500 meter. De bergen in Sikkim lijken wel nog korter op elkaar te zitten dan in Bhutan, maar eenmaal in Gangtok, zien we dat je er wel een veel verder zicht hebt, doordat ze minder begroeid zijn. Vanaf het balkon van ons hotel zien kijken we namelijk uit op de majestueuse Kanchenjunga, met z’n 8586 meter de 3e berg van de wereld.

Dag 11 Gangtok
Het is duidelijk dat we ons in een hele andere wereld bevinden dan de afgelopen 10 dagen. Hoewel het niet helemaal zo druk, stoffig en lawaaierig is als in de rest van India, is de rust en orde van Bhutan ver te zoeken in deze stad met z’n 250.000 inwoners. Wat wel opvalt is de winkelpromenade, een oase van rust en, buiten die van Darjeeling, een ongekend fenomeen in India. Later blijkt men in meer steden van Sikkim bezig is een promenade aan te leggen.
We bezoeken de, relatief kleine, kloosters van Phodong, Labrang, Phensang en tenslotte het Enchey klooster, dat helaas door de meest recente aardbeving van 2006 behoorlijk beschadigd is en momenteel nog in restauratie.

Dag 12 Gangtok – Pelling
We bezoeken het Rumtek en tevens grootste klooster van Sikkim. We zien hier foto’s van de vorige en huidige Karmapa. Eigenlijk is dit de thuisbasis van de Karmapa, maar het hoofd van de Kagyupa stroming heeft van de Indiase autoriteiten (nog) geen toestemming om in dit klooster te verblijven.
De reis naar Pelling leidt ook via het nieuwe Mani Choekerling klooster in Rabong, een geheel nieuw complex dat dit jaar werd geopend. Bhutanese vaklieden zijn nog bezig met het vervaardigen van de buddha-beelden voor de tweede verdieping van het klooster. Men is druk bezig Rabong tot een soort bedevaartsoord te bombarderen, want naast dit nieuwe klooster wordt is men bezig een groot beeld van Guru Rinpoche te maken op een heuvel tegenover het klooster wordt de hele infrastructuur van de dorpje verbeterd, inclusief overnachtingsmogelijkheden.
In Kewzing bezoeken we het enige Bon klooster van Sikkim. Men ontvangt ons gastvrij en het zal het enige klooster zijn op onze reis waar we ook binnen mogen fotograferen. Tegen de tijd dat we Pelling hebben bereikt is het donker en hebben we geen idee wat er de volgende ochtend vanuit onze hotelkamer voor ons zal opdoemen.

Dag 13 Pelling
Het blijkt alweer de Kanchenjunga te zijn, in al zijn schoonheid. Sinds we in Sikkim zijn beheerst deze berg ons dagritme, want we willen niets missen van de prachtige zonsopkomst op deze berg. Zo komt het dat we al vroeg in de ochtend een bezoek brengen aan het Pemayangste klooster, één van de oudste in Sikkim en het belangrijkste Nyingma klooster. Daarna rijden we naar Namchi, waar sinds een aantal jaren het grootste beeld van Padmasambava staat ter wereld. Het is een aantal uren rijden maar het is dan ook een indrukwekkend beeld, gebouwd, alweer, door Bhutanezen. Het blijkt namelijk dat er over en weer behoorlijk veel gastarbeid plaatsvindt. De meeste beelden en een aantal kloosters in Sikkim worden gemaakt door Bhuthanezen en de meeste wegen in Bhutan worden gemaakt door Indiase wegwerkers.
Terug in Peling bezoeken we nog even het kleine Sangngak Choling klooster, zo’n drie kwartier bergop wandelen vanuit het plaatsje.

Dag 14 Pelling – Darjeeling
Vandaag gaan we terug naar West-Bengalen. De reis naar Darjeeling gaat via Kalimpong, waar we het Zangdok Palri klooster bezoeken, maar ook een interessante kerk, de Mariakerk, geheel in oosterse stijl. Het gebouw ziet er namelijk uit als een klooster, maar er staat wel een toren naast met een kerkklok. Op de beelden die verhalen uit het Nieuwe Testament weergeven zien we ondermeer Jezus als klein oosters monninkje en het Laatste Avondmaal met 12 apostelen in oosterse monnikkleding.
Op weg naar het Hill Station Darjeeling zien we verscheidene theeplantages en als we denken de plaats bereikt te hebben duurt het nog minstens een uur voordat we daadwerkelijk bij ons hotel in het centrum beland zijn. Het is één langgerekte strook bebouwing met een spoorlijn die afwisselend rechts en links van de weg ligt en een drukte van jewelste van toeterende auto, scooters, busjes, vrachtwagens en voetvolk. Sinds het vertrek van de Engelsen in 1947 lijkt er aan de weg noch de bebouwing iets te zijn onderhouden, maar dat neemt niet weg dat het bezoek aan Darjeeling zeer interessant is. We zien Indiase taferelen als kleding die op straat gewassen wordt, allerlei kleine winkeltjes, kapperzaken en schoenpoetsers temidden van koloniale gebouwen, oude telefooncellen en Anglicaanse kerken.

15e dag Darjeeling – Kolkata
Stonden we de afgelopen dagen al vroeg op, vandaag is het wel heel vroeg dag. Om drie uur worden we namelijk gewekt om al één van de eersten het Tiger Hill station te bereiken. Een uur later zitten we 1e klas in een glazen gebouwtje te wachten op de zonsopkomst. Dat duurt dus nog meer dan een uur. Maar geleidelijk wordt de hele heuvel bevolkt door mensen die hetzelfde idee hebben postgevat. Het is behoorlijk koud en het duurt aardig lang, maar uiteindelijk wordt deze ontbering beloont met een magnifiek schouwspel van kleuren. We hebben zich op de Himalaya aan de noordgrens van Sikkim en zien deze gebergteketen achtereenvolgens blauw, rood en geel kleuren. Verder naar het westen zien we zelfs het puntje van de Mount Everest. Het mooiere daaraan is dat deze berg kleiner lijkt dan te Makalu die er naast opdoemt, maar wel eerder zonlicht vangt dan deze andere reus.
Als de show is afgelopen spoeden we ons naar ons hotel, vanwaar we naar de luchthaven van Bagdogra rijden voor onze vlucht naar Kolkata en van daar naar Amsterdam.

Ontvang onze nieuwsbrief

Uw e-mail adres:

Cookies en privacy

De website van Dimsum Reizen maakt gebruik van cookies. Deze cookies onderscheiden we in de categorieën functionele, analytische, advertentie en Social Media Cookies.

Cookiebeleid Dimsum Reizen
Privacy policy

Social media