Reisverslag Noord-Pakistan


Reisverslag van een rondreis door Noord-Pakistan in mei 2013 met bezoek aan Chitral, Kalasha valleien met Joshi festival in Kafiristan, Shandur Pas, Gilgit, Hunza vallei, Fairy Meadows en over de Karakorum Highway.

Fotogalerie Pakistan

Terug naar Pakistan

Het verhaal begint eigenlijk afgelopen maart in Berlijn. Op de ITB beurs zie ik Mubarak weer. Tot 9-11 heb ik jarenlang met hem samengewerkt in het organiseren van reizen naar Pakistan. Vele malen heb ik destijds zelf door Pakistan gereisd; het was niet voor niets een van mijn favoriete bestemmingen. Nergens zie je de bergen mooier dan in het noorden van Pakistan; de vergezichten op Rakaposhi vanuit de Hunzavallei, wandelen aan de voet van Nanga Parbat of de achtduizenders als K2 en Gasherbrum in Baltistan. Weinig bergroutes zijn er mooier dan de Karakorum Highway. En dan de vele volkeren die Pakistan herbergt; bijna elke vallei heeft z'n eigen cultuur en taal. Tel daar bij de gastvrijheid van de mensen, hoe ruig ze er ook uit zien, altijd is er de uitnodiging om even thee te komen drinken. En niet te vergeten het eindeloos dwalen in de bazaars van Peshawar, Rawalpindi en Lahore. Aan al die mooie avonturen kwam een einde met de aanslag op de twin towers. Niet voor het eerst in haar bestaan werd Pakistan weer het strijdtoneel van kleine en grote wereldmachten die hun problemen uitvochten in de afgelegen valleien van Pakistan. Het toerisme kwam daarmee grotendeels stil te liggen.

Al die jaren ben ik de ontwikkelingen blijven volgen en ben contact blijven onderhouden met vrienden in Pakistan. In Berlijn zat ik met Mubarak weer te praten over de schoonheid van het land, hij wist me te vertellen dat de rust in het noorden wedergekeerd was, dat je in grote delen weer veilig kon reizen en het begon gelijk te kriebelen; ik moest terug naar Pakistan.

Dan kon ik gelijk een droom waarmaken; hoewel ik vele hoeken van het land bezocht heb; van Baluchistan tot Hunza, was ik nog nooit in de valleien van de Kalasha geweest. De hoogste tijd dus om dit deel van het ooit zo mythische Kafiristan te bezoeken

Van Dubai naar Islamabad.

Ik lig even te relaxen bij m'n zwembad in Dubai. Even een korte stopover op weg naar Pakistan. Na 's ochtends enkele bekende bezienswaardigheden van deze toch bizarre stad bezocht te hebben, begint de hitte van 37 graden toe te slaan en wordt het tijd om me weer te verdiepen in reisverhalen over Kafiristan. Dit land, bestaande uit enkele geïsoleerde hooggelegen, vruchtbare valleien in het grensgebied van wat nu Pakistan en Afghanistan is, sprak al vanaf de tijd van de Great Game in de 19e eeuw tot de verbeelding van vele ontdekkingsreizigers. Slechts zeer weinigen lukte het er daadwerkelijk te komen; diep verborgen als de valleien lagen in de Hindukush. Wekenlang moest er over bergpassen getrokken worden om oog in oog komen te staan met de blonde, ongelovigen van Kafiristan, want dat is de betekenis van Kafiristan; 'land van de ongelovigen'. Temidden van conservatief-islamitische bergvolkeren wisten de bewoners van Kafiristan hun eigen 'heidense' godsdienst te bewaren. De mensen zijn grotendeels blond en hebben blauwe of groene ogen. Reden om te vermoeden dat ze afstammen van de troepen van Alexander de Grote die door deze gebieden in de 3e eeuw voor Christus rondtrokken op weg naar de verovering van Hindustan (Indië).

Eind 19e eeuw had een Afghaanse vorst genoeg van deze eigenwijze ongelovigen, trok de valleien binnen, dwong iedereen zich te bekeren tot de islam en hernoemde het land tot 'Nuristan', 'land van het licht'. Niet veel later werden Afghanistan en Pakistan gescheiden en kwamen drie valleien in Pakistan te liggen. In deze valleien wisten de bewoners, de Kalasha, hun eigen geloof en cultuur te handhaven. Sindsdien zijn deze drie kleine, afgelegen valleien de laatste plek van de 'ongelovigen' in de Hindukush. Dit tot vaak grote frustratie van de diverse islamitische heersers van Pakistan. Vele hebben geprobeerd hun eeuwenoude tradities in te dammen. Het werd voor de Kalasha steeds moeilijker om hun cultuur te handhaven. Totdat de eerste reizigers en daarna meer toeristen deze unieke cultuur ontdekten. De schitterende valleien van Rambur, Bumburer en Birir, de uitbundige klederdrachten van de vrouwen, de unieke tradities en de kleurrijke festivals. Langzaam ontdekten meer mensen het bestaan van de Kalasha, waardoor ook de Pakistaanse overheid meer belang kreeg voor het bewaren van deze unieke cultuur. Door de gebeurtenissen rondom de twin towers bleven de toeristen echter weg en trokken de valleien zich terug in hun isolement.

Islamabad - Chitral

Ik zit te wachten op de luchthaven van Islamabad. 's Nachts aangekomen, zou eigenlijk op de luchthaven blijven, maar kreeg te horen dat de vlucht naar Chitral drie uur later zou vertrekken, dus toch maar even een paar uur een hotelbed opgezocht. Op de luchthaven zie ik Mubarak met wie ik naar Chitral vlieg. Op de 'domestic airport' zijn verder geen buitenlanders te bekennen. Mubarak praat me bij over de verkiezingen die net 3 dagen geleden zijn geweest. Voor Pakistaanse begrippen zijn ze relatief rustig verlopen. Nawaz Sharif, al eerder president, heeft de verkiezingen gewonnen. Hij staat bekend als een zakenman en de beurzen schieten omhoog in Pakistan. Het is een conservatieve islamiet en men verwacht daardoor dat hij de Taliban rustig kan houden. Men hoopt op een betere en stabielere toekomst voor het land de komende jaren.

Ondertussen wachten we op de vlucht naar Chitral, die weer uitgesteld wordt. Het toestel moet nog uit Kabul komen en de PIA heeft veel te weinig toestellen (64 geloof, wat erg weinig is voor een land met de bevolkingsgrootte van Pakistan). Hoewel Mubarak de tickets al anderhalve maand geleden gekocht heeft, kreeg die pas gisteravond de bevestiging van de tickets. Vele tickets werden ingetrokken, er moesten immers nog officials mee, afgelopen 3 dagen zijn de vluchten naar Chitral gecanceld wegens het slechte weer etc etc. Hoofdpijn voor Mubarak, maar zoals met alles in Pakistan komt het erop aan de juiste mensen te kennen, en hij had nog een vriendje rondlopen bij de PIA in Karachi en uiteindelijk, op de valreep, waren de tickets akkoord gekomen. Maar nu de vlucht nog, gelukkig, nog een uurtje vertraging, maar dan gaan we toch echt. Drie kwartier vliegen over en soms bijna door de bergen. En dan staan we op de luchthaven van Chitral. Gelijk staan we oog in oog met Tirich Mir, de hoogste van de Hindu Kush en de hoogste niet achtduizender berg ter wereld. Prachtig! We rijden de hectische bazaar van Chitral in, want er moeten permits geregeld worden om naar de Kalash valleien te mogen afreizen. Acht mannen op het politiebureau heten ons vriendelijk welkom, alles wordt geregistreerd en we bekijken de statistieken die aan de muur hangen. Per nationaliteit is bij gehouden hoeveel er de afgelopen jaren in Chitral zijn geweest. Ik ben de dertiende Nederlander sinds 2010 volgens de statistieken. De hoofdofficier besluit om een politie-escorte mee te geven, je weet tenslotte nooit. We zitten vlak bij Afghanistan en volgens de geruchten zitten de Taliban in de valleien van Nuristan en steken ze af en toe de passen over om geiten te stelen van de Kalasha (hoewel andere beweren dat het geen Taliban zijn, maar 'gewone' bandieten. In ieder geval, wie weet wat de eventueel in de buurt aanwezige Taliban allemaal van plan zijn met die ongelovige Kalasha en nieuwsgierige toeristen. De regio is dan ook een high securiteit area, het stikt er van de politie, militairen en special forces en wij krijgen een ietwat iele politie-agent van een jaar of 18 mee om ons te beveiligen. Ik kijk nog even rond op het cricketveld van Chitral, gelegen voor de karakteristieke moskee met z'n drie koepels die prachtig afsteken tegen de besneeuwde piek van Tirich Mir en begint het avontuur; op naar Kafiristan!

Joshi festival Rambur

Zodra we Chitral uitrijden in onze stoere, open Amerikaanse legerjeep bouwjaar1968, geniet ik er weer van in Pakistan te zijn. Hobbelen over slechte bergwegen, maar wat een uitzichten. Groene valleien waar het graan hoog staat, lemen dorpjes, woest stromende rivieren en overal de besneeuwde pieken van de Hindukush. Na drie uur shake-ratte &roll over soms huiveringwekkende wegen, met vele checkpoints bereiken we Rambur, de eerste en kleinste van de Kalasha valleien. We zien al snel de Kalasha vrouwen in hun kleurrijke jurken lopen, groen, geel, oranje en allemaal rijkelijk versierd met borduurwerk. Zodra we in het dorp zijn, klimmen we naar boven waar het Joshi festival is begonnen. Dit jaarlijkse lentefestival is een van de vier festivals die de Kalasha vieren, elk jaargetijde een. Tijdens dit festival wordt gevierd dat men weer met het vee hoog de bergen in kan trekken naar de groene weidegronden. Het festival begint in Rambur en gaat de hele nacht door, de volgende dag begint het ook in Bumburer en een paar dagen later in Birir. Op een hooggelegen plateau wordt uitbundig gedanst op bezwerende tromgeroffel door veelal meisjes en vrouwen en enkele mannen. Overal staan militairen om te zorgen dat alles veilig verloopt. Er lopen enkele buitenlanders en meer welgestelde Pakistani met reusachtige camera's tot frustratie van de Kalasha, aangezien ze nogal opdringerig zijn. Het hele festival komt heerlijk chaotisch over, alles en iedereen loopt door elkaar; dansers, militairen, toeristen en fotografen. De meeste dansen beginnen spontaan en eindigen al even spontaan. De vrouwen zingen erbij, de mannen slaan op grote trommels. We lopen nog even boven het dorp waar de dorpsgoden staan, tevens een prachtig uitzicht over de vallei. Vervolgens rijden we door naar Bumburet, de grootste Kalash vallei, waar we na een lange dag aankomen tegen het vallen van de avond.

Joshi festival Bumburet

Het is wederom prachtig weer ‘s ochtends. Een frisse berglucht, een lekker zonnetje, tijd om de vallei te verkennen. We lopen naar het dorpje Anis, waar het Joshi festival al begonnen is. De jongst geboren kinderen krijgen melk en er worden walnoten en gedroogde moerbeien uitgedeeld. Dit ter reiniging. Vervolgens lopen de vrouwen met hun indrukwekkende hoofddeksels naar beneden om alvast met dansen en zingen te beginnen. Dat houden ze een uurtje vol en dan gaan ze naar het volgende dorp Broun, waar de menigte groeit. Ook hier wordt weer gedanst en dan met z'n allen verder naar het volgende dorp waar iedereen zich uit de vallei verzamelt voor de grote festiviteiten die s middags beginnen.

Ondertussen maken wij een prachtige wandeling langs de irrigatiekanalen door de groene vallei. In de verte een indrukwekkende besneeuwde bergpas, daarachter, slechts enkele kilometers van ons vandaan, ligt Nuristan. Zouden we daar ook ooit heen kunnen? Willen zeker wel! Onze gids vertelt ons dat er zo'n 1500 Kalasha in de vallei wonen. Totaal 5000 mensen, de rest zijn moslims. Een deel daarvan zijn islamitische Kafirs uit Nuristan die decennia geleden al Afghanistan zijn ontvlucht en etnisch dus verwant zijn aan de Kalasha. De Kafirs uit Nuristan waren zwarte Kafirs, de Kalasha de rode Kafirs. Voor de rest zijn er de laatste jaren ook veel moslims uit de rest van Pakistan in deze vallei komen wonen, waardoor de Kalasha nu in de minderheid zijn. De Kalasha zijn grotendeels zelfvoorzienend en leven van hun landbouw, veeteelt en boomgaarden.

We bezoeken een begraafplaats. Traditioneel leggen de Kalasha de overledenen in open kisten boven de grond. We zien in veel kisten dan ook nog menselijke beenderen liggen. Tegenwoordig worden de kisten wel onder de grond gestopt, deels omdat er nu meer gereedschap is om de vaak diep bevroren grond open te maken, deels vermoedelijk ook door mosliminvloeden. Er wordt geen grafsteen op het graf gezet, in plaats daarvan het bed van de overledene.

' s Middags keren we terug naar het festival. Het is er aanzienlijk drukker dan in Rambur. Ook hier veel politie, maar verder geen buitenlanders. Enkele uren gaan we op in de opzwepende ritmes van de trommelaars en kijken onze ogen uit naar de enthousiaste dansen van de Kalasha vrouwen. Het is daadwerkelijk een kleurrijk spektakel en ik ben blij om een glimp van deze unieke cultuur in dit geïsoleerde deel van de wereld te hebben mogen meemaken.

Over de Shandurpas

Vroeg op, want een lange veelbelovende dag staat op het programma. Terwijl de Kalasha alweer met de voorbereidingen voor weer een festivaldag bezig zijn, rijden wij de vallei van Bumburet uit. Nogmaals de huiveringwekkende, in rotsen uitgehouwen weg in het vroege ochtendlicht, totdat we bij Ayun komen en weer oog in oog staan met het massief van Tirich Mir. Dan over een relatief goede weg terug naar Chitral, waar we onze politiebewaker afzetten en dan verder over de weg naar Gilgit. Een adembenemend mooie weg door het Hindukush gebergte. Overal besneeuwde pieken, daaronder grijs, zwart en bruin gesteente en langs de rivier groene valleien waren huizen tussen de populieren staan. Drie uur na Chitral zijn we in Mastuj, de laatste plaats van betekenis voor we de fameuze Shandurpas oversteken. Verwacht niet teveel van het plaatsje, veel meer dan een stoffige straat met enkele kleine winkels is het niet, maar wat een omgeving. De bomen en struiken staan in bloei en steken prachtig af tegen de groene weiden, de strakblauwe lucht en de besneeuwde pieken, waaronder de Buni Zom (6550 meter), de hoogste piek van de oostelijke Hindukush keten. De mensen zijn vriendelijk, we zien weer veel meisjes en vrouwen op straat (i.t.t. Chitral).

Hier wonen  liberale Ismaelieten, een vrijzinnige stroming binnen de islam. In het noorden van Pakistan, net als in de Wakhan corridor van het hier vlakbij gelegen Tadzjikistan, wonen veel ismaelieten. Ze worden veelal ondersteund door hun welgestelde leider, de in Zwitserland woonachtige Aga Kan, die met zijn Aga Khan foundation overal projecten opzet om deze achtergebleven gebieden te steunen.


Na een goede lunch in Mastuj rijden we langzaam omhoog de Shandurpas (3800 meter) op, een weg vol superlatieven. We blijven foto's van het berglandschap maken. Hier wordt weer eens duidelijk dat voor liefhebbers van ruige berglandschappen er weinig landen mooier dan Pakistan zijn. Bovenop de pas ligt een grote, groene weide, een prachtig bergmeer en natuurlijk het beroemde poloveld.
 Een keer per jaar vindt hier het Shandurpolo festival plaats, waarbij de poloteams van Gilgit en Chitral tegen elkaar strijden. Een waar spektakel begin juli waar honderden mensen op afkomen. De polostrijders beginnen een maand vantevoren al met de voorbereiding en rijden langzaam met hun paarden de pas op om te acclimatiseren. Aan de Chitral kant van de pas slaat het team van Chitral hun kampement op, die van Gilgit aan hun kant van de pas. De rest is voor de toeschouwers die overal hun tenten opslaan. Nu is het er echter rustig, behalve wij, wat loslopende yaks en enkele schaapherders is er niemand. We lopen wat rond en beginnen dan aan de afdaling. Na ongeveer een uur beginnen we wat dorpjes te passeren. Het is eind van de middag en de dorpjes zijn overal tot leven gekomen. De kudden schapen en geiten worden binnengehaald, de jongens spelen cricket, de meisjes zitten gehurkt met elkaar te kletsen en ook de mannen en vrouwen van het dorp praten elkaar bij over de gebeurtenissen van de dag. Wij passeren weer eens een politie checkpoint (deze dag geloof ik 7 x mijn gegevens in een smoezelig schrift moeten invullen, wat dat betreft is er de afgelopen 20 jaar niks veranderd) en dan komen we in het schemer, elf uur na vertrek uit Bumburet, aan in Phander. Dit kleine dorpje is vooral beroemd om z'n meer waar het goed vissen is op, ooit door de Britten uitgezette, forel. Dat is dan ook precies wat we 's avonds eten. Helaas is de kok de beroerdste tot nu toe, maar we hebben honger en eten er goed van!

Naar de Hunzavallei

Wederom een dag vol superlatieven. We rijden vanuit Phander door de Ghizar regio naar Gilgit, uiteraard door een prachtig berglandschap. Ondertussen praat Mubarak me bij over de Pakistaanse politiek en vertelt dat de vorige president m.n. hier in het noorden erg populair was. Hij zorgde overal voor nieuwe wegen, bruggen en scholen. Ook bij de Kalasha was hij populair. Maar zijn anti-Taliban houding lag niet goed bij het conservatieve deel van de bevolking en dus moest hij plaatsmaken.

In Gilgit aangekomen drink ik even thee met de inmiddels 86 jaar oude Karim, die ik tijdens eerdere reizen heb leren kennen. Een gerespecteerd man in Gilgit en Hunza en een man vol verhalen. Na bijgepraat te hebben rijden we verder over de Karakorum Highway, de legendarische handelsroute tussen China en Pakistan. Het stuk naar de Hunzavallei is onlangs gerenoveerd, waardoor je nu in twee uur rijden in Hunza bent. Na ongeveer een uur komen we oog in oog met een van de meest imponerende bergpieken, de Rakaposhi. We lunchen aan de voet van de gletsjer van Rakaposhi en rijden dan verder door een landschap dat elke bocht adembenemender wordt. Een woest kolkende rivier, bruine rotsen, groene valleien en de besneeuwde pieken van het Karakorum gebergte overal om ons heen. Veel mooier kan een bergroute niet worden.

We bezoeken het oude stadje Ganesh, geboorteplaats van Mubarak die overal hartelijk wordt ontvangen en wij worden overal uitgenodigd om in de eeuwenoude huizen en moskeeën binnen te kijken. Vanaf de daken een prachtig zicht op de top van de Diram berg. Dan rijden we snel hoger de Hunzavallei in naar het Eagle's Nest voor de zonsondergang over een van de mooiste panorama's ter wereld. Aan alle kanten om ons heen besneeuwde bergen, velen boven de 7000 meter. Langzaam kleurt de Golden Piek roze door de ondergaande zon, wij drinken nog een kopje thee, missen wel een bijpassend biertje, maar voor de rest kunnen we de dag niet beter afsluiten.

Fairy Meadows

Ik zit bij een kampvuur op 3300 meter met uitzicht op een van de bergreuzen van de wereld, Diamir, The Killer Mountain oftewel de 8126 meter hoge Nanga Parbat, een van de 10 hoogste bergen ter wereld (Pakistan herbergt 5 pieken van boven de 8000 meter, 4 in de Karakorum range en deze in de westelijke Himalaya). Onderweg hiernaartoe, een tocht over de Karakorum Highway door een steeds desolater wordend landschap, tot er alleen nog maar gesteente om eens heen was, passeerden we een punt waar drie van 's werelds grootste bergketens elkaar ontmoeten; de Karakorum, de Hindu Kush en de Himalaya. Dwars er door heen stroomt de Indus rivier die vanuit Baltistan hier samenvloeit met de Gilgit rivier en als de Indus verder zuidwaarts stroomt langs de KKH. In dit desolate maanlandschap, waar niks meer groeit en de temperaturen tot 35 graden oplopen rijden we verder tot we bij de Raikot brug zijn. Hier stappen we over op een lokale jeep, laten het merendeel van onze bagage achter en beginnen aan een huiveringwekkende bergtocht. Ik heb al heel wat angstaanjagende bergtochten meegemaakt, maar dit is zeker een van de ergste. Over een smal rotspad, uitgehouwen in een kolossale rotswand met diepe afgronden stijgen we zo'n 1300 meter tot we bij het dorpje Tato zijn, niet veel meer dan enkele huisjes en schaapherdershutten. Hiervandaan moeten we verder wandelen naar de Fairy Meadows. Voor ons de indrukwekkende sneeuwwand van Nanga Parbat, die hier 7000 meter boven de Indus uitstijgt! In 2 uur tijd klimmen we bijna 1000 meter, een pittige wandeling omhoog. Maar dan worden we ook beloond met een van de mooiste uitzichten van Pakistan. Moe maar voldaan op tijd naar bed.

De volgende ochtend vroeg opgestaan met wederom een fantastisch uitzicht. We ontbijten buiten met uitzicht op Nanga Parbat. Daarna wandelen we verder naar de kampeerplek Beyal, nog enkele honderden meters klimmen, maar een relatief makkelijke wandeling door de bossen en langs de gletsjer van Nanga Parbat. We kijken nog een keer naar The Killer Mountain (40 bergbeklimmers hebben het leven gelaten tijdens de beklimming) en beginnen dan met de afdaling. Ruim duizend meter afdalen en met knikkende knieën komen we aan in Tattoo. Nog eenmaal de huiveringwekkende afdaling en we zijn weer bij de Karakorum Highway.

De Karakorum Highway

In de tuin van het Shangrila resort van Chilas heb je een prachtig uitzicht over de Indus rivier. Ondertussen weer een stuk gereden door een desolaat landschap over de KKH. Ondertussen zijn er plannen om hier een dam te bouwen, waardoor dit hotel onder water zou komen te staan. Maar voorlopig moet eerst het geld binnen komen en India blokkeert vooralsnog de internationale financiering. De plannen voor verbetering van de KKH zijn verder gevorderd. Aan de overkant van de rivier zijn de Chinezen al begonnen een 'nieuwe' Karakorum Highway aan te leggen. Ook wordt er door China in het zuiden van Pakistan een nieuwe zeehaven gebouwd en zo heeft China dan een nieuwe verbinding met de wereldzeeën. En wordt China een steeds machtiger speler in de nieuwe Great Game die hier wordt uitgevochten. Een politiek spel waarin de geheime dienst (ISS) Pakistan een belangrijke rol speelt, een rol waarin ze vaak twee of meerdere pettennop hebben. Ze werken samen met de Verenigde Staten, maar hebben ook goede banden met Al Qaida en de Taliban. Bijna iedereen gaat ervan uit dat de ISS op de hoogte was van het verblijf van Osama Bin Laden in Abbotabad. Net zoals ze hoogstwaarschijnlijk ook hebben samengewerkt met de CIA om hem op te pakken.

Chilas heeft een heel ander karakter dan de Hunzavallei.

Vanaf Gilgit zuidwaarts rijden we door gebieden waar conservatieve soennitische moslims wonen. Dat is altijd al zo geweest, maar als ik naar het straatbeeld kijk valt me op dat er veel meer mannen met lange baarden rondlopen dan 15 jaar geleden. Mubarak bevestigt mijn waarneming en zegt dat veel gebieden een stuk conservatiever zijn geworden. Ook zijn er nog steeds veel conflicten tussen de sjiieten en soennieten. De laatste worden gesteund door Saudi Arabië, een land dat weer nauwe banden met de Verenigde Staten heeft, waarmee de VS indirect de anti-Amerikaanse sentimenten van de conservatieve moslims voedt. De cirkel van de Great Game is weer rond.


In het mooie, maar lege hotel, praat ik nog even met de eigenaar. Overal zitten we als enige buitenlanders ( en meestal überhaupt als enige gasten ) in het hotel. Hij bevestigt dat de toeristenindustrie helemaal is ingestort. Velen hopen op verbetering nu er een nieuwe regering in Pakistan is die hopelijk stabiliteit brengt en het feit dat de VS zich komend jaar terugtrekt uit Afghanistan.


's Ochtends verder voor de lange rit over de KKH in een keer naar Islamabad. We zouden eigenlijk vliegen van Gilgit, maar de kans op annulering van de vlucht is zo groot dat we liever rijden. Een tocht die uiteindelijk 16 uur zal duren en ons brengt door het grimmige Kohistan naar de groene heuvels van de Chattar plains tot aan de Grand Trunk Road. Onderweg worden we een keer of 10 gestopt door politie die steeds beloven een escorte ter beveiliging achter ons aan te sturen, maar bij meer dan beloftes blijft het niet. Kunnen wij in ieder geval lekker doorrijden, voorzover mogelijk over de mooie, maar hobbelige bergweg. Eenmaal de bergen uit, wordt de weg beter, maar het verkeer veel drukker. Onderweg drinken we nog een kopje thee in Abbotabad, de stad die uiteindelijk de laatste schuilplaats bleek te zijn van Osama Bin Laden. Die zat dus niet in een grot in Afghanistan, niet in de diep verborgen valleien van Kohistan of Waziristan, maar hier in het hoofdkwartier van het Pakistaanse leger!


Na Abbotabad rijden we in het donker de legendarische Grand Trunk Road op. Het verkeer wordt steeds chaotischer. Het lijkt we of alle rijkelijk gedecoreerde trucks van Pakistan tot leven zijn gekomen en zich verzameld hebben op de GT road. Alle versieringen branden, knipperen en blinken overal in het donker, claxons aan alle kanten, soms zijn we aan 4 kanten door deze trucks ingesloten. Het is zoals we concluderen; driving in a living museum on the Highway to hell.


Uiteindelijk bereiken we de chaos van Islamabad Airport, met stip gestegen op lijst van ergste luchthavens ter wereld. Het recht van de sterkste en/of de beste connecties telt hier. Bagage wordt nog handmatig gecontroleerd, rijen kennen ze niet, gewoon met z'n allen duwen en kijken wie het eerst aan de beurt is en ondertussen allemaal mannetjes andere passagiers overal langs zien te lozen voor wat bakshees. Wat een contrast met de luchthaven van Dubai, waar ik dit zit te schrijven. Die is weer zo efficiënt, dat je zelf niet meer hoeft na te denken. Da's dan weer her andere uiterste.

Al met al een fantastische reis gehad door een land dat absoluut niet bekend staat als reisbestemming. Het noorden herbergt echter een van de mooiste berglandschappen ter wereld. De regio Gilgit-Baltistan is veilig om te reizen, ondanks de reputatie van het land. Andere regio's als die rond Chitral en over de KKH ten zuiden van Gilgit zijn momenteel ook veilig, maar hebben een wat hoger risico i.v.m. respectievelijk de nabijheid tot Afghanistan en onlusten tussen soennieten en sji'ieten. Incidenten met toeristen zijn er nog niet voorgevallen de afgelopen tijd en iedereen hoopt dat het nu het moment is dat de stabiliteit terugkeert en de avontuurlijke reizigers dit bijzondere land weer gaan ontdekken.

Wim van Ginkel, mei 2013

Ontvang onze nieuwsbrief

Uw e-mail adres:

Cookies en privacy

De website van Dimsum Reizen maakt gebruik van cookies. Deze cookies onderscheiden we in de categorieën functionele, analytische, advertentie en Social Media Cookies.

Cookiebeleid Dimsum Reizen
Privacy policy

Social media