Een van de laatste Radarboten ter wereld

Door Dimsummer Wim van Ginkel

“Picture yourself in a boat on the River”, schiet er door mijn hoofd als ik ’s ochtends in alle vroegte op het dek wakker wordt. Mistflarden waaien over de Kaliganga rivier, een van de vele vertakkingen van de grote Aziatische rivieren de Brahmaputra en de Ganges die Bangladesh tot een grote delta maken. Bootjes varen af en aan, we zijn aangemeerd bij de haven van Barisal. Ik zit op de P.S. Mahsud, een van de laatste radarboten ter wereld die nog steeds functioneert als lijndienst. (De andere drie varen ook in Bangladesh). De boot is in 1928 gebouwd in Calcutta en sindsdien is er weinig meer aan veranderd. Welkom terug in Brits-Indië op deze boot. Verwacht geen luxe, maar wel heel veel sfeer.

De aankomst in Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh, was al overweldigend. Wat een stad, love it and hate it, en dat tegelijkertijd. Je staat uren in de file, maar eenmaal in de oude binnenstad, kijk je je ogen uit. Welkom in de ‘Riksja Hoofdstad van de Wereld”. En dan niet van die gemotoriseerde tuk-tuks die de straten van Delhi en Bangkok onveilig maken, nee de ouderwetse, nostalgische fietsrikjsa.  Vierhonderdduizend zijn er van, alleen in Dhaka. Natuurlijk maak ik een tocht per riksja door de oude stad, een betere manier om de stad te verkennen is er niet. Of je in een film zit, zoveel gebeurt, zoveel leven op straat, zoveel straatverkopers, zoveel winkeltjes en vooral, ontzettend veel mensen die zich door de nauwe steegjes van deze overweldigende stad begeven. Ik laat me afzetten bij de kade, Bangladesh is tenslotte water, en Dhaka is niet anders. De gekte en drukte verplaatste zich hier gewoon verder, maar dan over water. Honderden boten in even vele soorten en maten varen door elkaar, rakelings langs elkaar over het water. Kleine bootjes om passagiers naar de overkant te brengen, passagiersboten die door het hele land varen, vrachtboten volgeladen met bananen en kokosnoten, reusachtige tankers, zeilboten en jawel, daar zie ik ook enkele radarboten liggen. Ik laat me een uur rondvaren over de Buriganga rivier en keer dan terug naar de Sadarghat kade.

Hier stap ik aan boord van de radarboot. Ik word netjes welkom geheten en naar mijn eerste klas cabine gebracht. Twee bedden, een wasbak en ventilator. Eenvoudig, maar al een stuk luxer dan de tweede en derde klas (gewoon op het dek slapen). Aan de ene kant van mijn cabine loop ik het dek op, aan de andere kant loop ik de ‘dining room’ in, een lange eettafel die uitnodigt om opgenomen te worden in een film over het leven in de roaring twenties. Ik blijf nog even over de kade uitkijken, een drukte van belangstelling. Passagiers lopen af en aan, straatverkopers proberen hun waren te slijten, dragers brengen goederen aan boord en dan een luide toeter, stoom omhoog en we varen. Langzaam in het donker laten we Dhaka achter ons en maken ons op voor het diner. Ik probeer bij de bar nog een koud biertje los te peuteren, maar alcohol doen ze hier niet aan. Na een eenvoudig, maar uitgebreid diner, gaan ik op tijd slapen, zodat ik de volgende ochtend in alle vroegte zoveel mogelijk van het landschap kan zien.

En daar zit ik dan, wat een wereld van verschil met Dhaka. Wat een rust, de boot glijdt langzaam door het water, het landschap is groen en tropisch, in de verte bewerken mensen de rijstvelden, her en der zie je mannen stenen sjouwen bij de vele steenfabrieken, zilverreigers vliegen over en ik zie zelfs enkele zoetwaterdolfijnen. Ik loop wat door de boot heen en wordt overal welkom geheten. De derde klas is erg kleurrijk met vele families die er slapen en eten en allemaal even nieuwsgierig naar mij zijn, als andersom. Ik loop door de machinekamer en zie de grote radars ronddraaien, het werkt echt! Straatverkopers zijn aan boord gekomen en slijten met grote belangstelling hun waren. Er valt aan boord net zoveel te zien als in het omringende landschap.

En dan om een uur of 10.00 komen we aan in Hularhat waar ik van boord ga. De boot vaart nog een eindje verder naar z’n eindbestemming Morelganj. Ik zit nu aan de rand van de Sundarbans, ’s werelds grootste mangrovewoud en een van de hoogtepunten van een bezoek aan Bangladesh, op zoek naar de Bengaalse tijgers. Helaas heb ik hier geen tijd voor, maar nog wel een dag om Bagerhat te verkennen.

Onderweg naar Bagerhat stoppen we bij de markt van Badam (tweewekelijks op zondag en woensdag), een bijzonder kleurrijke markt die bekend staat om z’n betelnoten die er verkocht worden. Een andere trekpleister is suikerriet. Ook hier kijk ik weer m’n ogen uit en ook hier ben ik even een hele grote attractie en wordt hartelijk welkom geheten.

Per riksja verkennen we de dorpen rondom Bagerhat, op zoek naar een eeuwenoude hindoetempel, de Khodla Math tempel. Een imposante tempel, gemaakt van fijn bewerkte bakstenen, maar de tocht er naar toe is een belevenis op zich en biedt een heerlijk inkijkje in het plattelandsleven van Bangladesh.

Vervolgens bezoek ik enkele van de vele moskeeën van Bagerhat, een van de heiligste steden van Bangladesh en dan op weg naar Khulna. Hier nog weer m’n ogen uitkijken op de avondmarkt met een enorm aanbod aan vissoorten en dan lekker naar bed en terugkijkend op een fantastische tocht met een van de laatste radarboten ter wereld.

Bekijk hier de fotogalerie van deze tocht met de Radarboot door Bangladesh

Een van de laatste Radarboten ter wereld

Door Dimsummer Wim van Ginkel

“Picture yourself in a boat on the River”, schiet er door mijn hoofd als ik ’s ochtends in alle vroegte op het dek wakker wordt. Mistflarden waaien over de Kaliganga rivier, een van de vele vertakkingen van de grote Aziatische rivieren de Brahmaputra en de Ganges die Bangladesh tot een grote delta maken. Bootjes varen af en aan, we zijn aangemeerd bij de haven van Barisal. Ik zit op de P.S. Mahsud, een van de laatste radarboten ter wereld die nog steeds functioneert als lijndienst. (De andere drie varen ook in Bangladesh). De boot is in 1928 gebouwd in Calcutta en sindsdien is er weinig meer aan veranderd. Welkom terug in Brits-Indië op deze boot. Verwacht geen luxe, maar wel heel veel sfeer.

De aankomst in Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh, was al overweldigend. Wat een stad, love it and hate it, en dat tegelijkertijd. Je staat uren in de file, maar eenmaal in de oude binnenstad, kijk je je ogen uit. Welkom in de ‘Riksja Hoofdstad van de Wereld”. En dan niet van die gemotoriseerde tuk-tuks die de straten van Delhi en Bangkok onveilig maken, nee de ouderwetse, nostalgische fietsrikjsa.  Vierhonderdduizend zijn er van, alleen in Dhaka. Natuurlijk maak ik een tocht per riksja door de oude stad, een betere manier om de stad te verkennen is er niet. Of je in een film zit, zoveel gebeurt, zoveel leven op straat, zoveel straatverkopers, zoveel winkeltjes en vooral, ontzettend veel mensen die zich door de nauwe steegjes van deze overweldigende stad begeven. Ik laat me afzetten bij de kade, Bangladesh is tenslotte water, en Dhaka is niet anders. De gekte en drukte verplaatste zich hier gewoon verder, maar dan over water. Honderden boten in even vele soorten en maten varen door elkaar, rakelings langs elkaar over het water. Kleine bootjes om passagiers naar de overkant te brengen, passagiersboten die door het hele land varen, vrachtboten volgeladen met bananen en kokosnoten, reusachtige tankers, zeilboten en jawel, daar zie ik ook enkele radarboten liggen. Ik laat me een uur rondvaren over de Buriganga rivier en keer dan terug naar de Sadarghat kade.

Hier stap ik aan boord van de radarboot. Ik word netjes welkom geheten en naar mijn eerste klas cabine gebracht. Twee bedden, een wasbak en ventilator. Eenvoudig, maar al een stuk luxer dan de tweede en derde klas (gewoon op het dek slapen). Aan de ene kant van mijn cabine loop ik het dek op, aan de andere kant loop ik de ‘dining room’ in, een lange eettafel die uitnodigt om opgenomen te worden in een film over het leven in de roaring twenties. Ik blijf nog even over de kade uitkijken, een drukte van belangstelling. Passagiers lopen af en aan, straatverkopers proberen hun waren te slijten, dragers brengen goederen aan boord en dan een luide toeter, stoom omhoog en we varen. Langzaam in het donker laten we Dhaka achter ons en maken ons op voor het diner. Ik probeer bij de bar nog een koud biertje los te peuteren, maar alcohol doen ze hier niet aan. Na een eenvoudig, maar uitgebreid diner, gaan ik op tijd slapen, zodat ik de volgende ochtend in alle vroegte zoveel mogelijk van het landschap kan zien.

En daar zit ik dan, wat een wereld van verschil met Dhaka. Wat een rust, de boot glijdt langzaam door het water, het landschap is groen en tropisch, in de verte bewerken mensen de rijstvelden, her en der zie je mannen stenen sjouwen bij de vele steenfabrieken, zilverreigers vliegen over en ik zie zelfs enkele zoetwaterdolfijnen. Ik loop wat door de boot heen en wordt overal welkom geheten. De derde klas is erg kleurrijk met vele families die er slapen en eten en allemaal even nieuwsgierig naar mij zijn, als andersom. Ik loop door de machinekamer en zie de grote radars ronddraaien, het werkt echt! Straatverkopers zijn aan boord gekomen en slijten met grote belangstelling hun waren. Er valt aan boord net zoveel te zien als in het omringende landschap.

En dan om een uur of 10.00 komen we aan in Hularhat waar ik van boord ga. De boot vaart nog een eindje verder naar z’n eindbestemming Morelganj. Ik zit nu aan de rand van de Sundarbans, ’s werelds grootste mangrovewoud en een van de hoogtepunten van een bezoek aan Bangladesh, op zoek naar de Bengaalse tijgers. Helaas heb ik hier geen tijd voor, maar nog wel een dag om Bagerhat te verkennen.

Onderweg naar Bagerhat stoppen we bij de markt van Badam (tweewekelijks op zondag en woensdag), een bijzonder kleurrijke markt die bekend staat om z’n betelnoten die er verkocht worden. Een andere trekpleister is suikerriet. Ook hier kijk ik weer m’n ogen uit en ook hier ben ik even een hele grote attractie en wordt hartelijk welkom geheten.

Per riksja verkennen we de dorpen rondom Bagerhat, op zoek naar een eeuwenoude hindoetempel, de Khodla Math tempel. Een imposante tempel, gemaakt van fijn bewerkte bakstenen, maar de tocht er naar toe is een belevenis op zich en biedt een heerlijk inkijkje in het plattelandsleven van Bangladesh.

Vervolgens bezoek ik enkele van de vele moskeeën van Bagerhat, een van de heiligste steden van Bangladesh en dan op weg naar Khulna. Hier nog weer m’n ogen uitkijken op de avondmarkt met een enorm aanbod aan vissoorten en dan lekker naar bed en terugkijkend op een fantastische tocht met een van de laatste radarboten ter wereld.

Bekijk hier de fotogalerie van deze tocht met de Radarboot door Bangladesh

Ontvang onze nieuwsbrief

Uw e-mail adres:

Cookies en privacy

De website van Dimsum Reizen maakt gebruik van cookies. Deze cookies onderscheiden we in de categorieën functionele, analytische, advertentie en Social Media Cookies.

Cookiebeleid Dimsum Reizen
Privacy policy

Social media