Ik ben net terug van een drieweekse fantastische reis door China. En als ik dit in mijn omgeving vertel is de eerste reactie toch vaak: China is dat niet heel vies?, smerige treinen, toiletten, markten. Iedereen rookt en eet hond uit een pot. Een beetje gechargeerd, maar zo zien veel mensen China. Helaas, want niks is minder waar. Ooit (ik kom er al sinds begin jaren ’90) klopte dit beeld deels, maar nu is reizen in China een verademing; de treinen zijn brandschoon, rijden overal op tijd, de stations zijn schoon, het openbaar vervoer is buitengewoon efficiënt. Het is hartstikke veilig op straat, er zijn overal openbare (schone) toiletten, roken is op veel plekken al niet meer toegestaan.
En daarnaast heeft China ook heel veel te bieden aan bezienswaardigheden, en niet alleen meer de klassieke tempels uit het oude China, de bergvolkeren in het zuiden en schitterende landschappen, maar veel steden staan vol prachtige moderne architectuur, robots zijn een steeds gebruikelijker beeld in het openbare leven, alles kan met je telefoon geregeld worden (cash bestaat bijna niet meer), en ja, je kunt zelfs op de meeste plekken goede koffie krijgen tegenwoordig.
Als ik vroeger vanuit China thuis kwam, was ik weer in de ‘moderne’ wereld. Nu voelt het veel meer andersom.
Met de hypermoderne Fuxing trein (kogeltrein met snelheden tot 350 kilometer per uur) reis ik in een paar uur van Xi’an naar Beijing. Ik ben blij verrast met de strakblauwe lucht. Helder weer in Beijing is in mijn beleving een zeldzaamheid. Ik deel dit met mijn vrienden in Beijing, maar die vertellen dat dit tegenwoordig heel normaal is. Sinds de Olympische Spelen al is men actief bezig de luchtvervuiling terug te brengen en dat is goed gelukt, Beijing is nu een hele schone stad met frisse lucht. Het scheelt natuurlijk dat de overheid hier mijn of meer haar plannen zonder tegenspraak kan uitvoeren.
En niet alleen de luchten zijn blauw, de straten zijn brandschoon en overal zijn groenstroken. Het voorheen chaotische verkeer glijdt ruis loos door de straten, meeste auto’s zijn moderne elektrische auto’s, waarvan China vele merken zelf heeft geproduceerd.
Overdag bezoek ik de kunstenaarswijk 798 Art district. Ooit centrum van de undergroundscene, waar later vele beroemde kunstenaars uit voort kwamen (denk Ai Wei Wei). En nog steeds zijn er in de oude fabriekshallen vele galeries en exposities. Het hele gebied is wel flink opgehipt, maar daardoor juist heel leuk om te bezoeken, je kunt hier zo een hele dag doorbrengen. En je krijgt een heel ander beeld van Beijing, dan als je alleen maar de Verboden Stad en de Hemelse Tempel en het Zomerpaleis bezoekt (ook allemaal heel mooi natuurlijk he).
Er zijn hippe eettentjes en koffiebarretjes, er is een brouwerij, er zijn vintage kledingwinkels, er rijden zelfregulerende robot ijscokarretjes rond, maar je kunt je vooral nog helemaal onderdompelen in de moderne kunst van China.
’s Avonds natuurlijk heerlijk eten en dat is nergens een probleem in China. Het aanbod is overweldigend, van eenvoudige noedelstalletjes op straat tot fancy fine dining michelin sterren restaurants. Daarna ga ik een andere kant van China verkennen, er is inmiddels een hele craftbeer scene ontstaan. Waar je altijd al wel pils kon krijgen in China (met dank aan de Duitsers in Qingdao), zijn er in de grote steden tegenwoordig ook diverse microbreweries waar je gerust om een double hazy ipa kunt vragen.
China is altijd al een land geweest dat je goed met de trein kon verkennen. Maar waar dat ooit treinen waren die uren tot dagen over trajecten konden doen, is er nu een heel uitgebreid netwerk van hogesnelheidstreinen dat het hele land doorkruist. Reizen door China is daardoor veel makkelijker geworden. Om een voorbeeld te geven, in de jaren ’90 duurde de reis van Xi’an naar Beijing 16 uur, nu is dat 4,5 uur.
Ik heb 5500 kilometer door China per trein gereisd (van Kashgar naar Beijing) en nergens een minuut vertraging. In het westen van China waren de treinen nog ‘ouderwets’, met comfortabele softsleepers. Wel reden ze over nieuw aangelegde trajecten door de Taklamakan woestijn, waardoor de Zijderoute per trein een fantastische ervaring wordt.
Eenmaal in het westen van China worden de treinen steeds moderner en sneller. Ook handig; elke stoel heeft een qr-code waarmee je eten kunt bestellen, dat op het volgende station bezorgd kan worden. Wel even ali pay installeren op je telefoon vantevoren, waarmee je de menukaart kunt vertalen en de gerechten uitkiezen en betalen.
Ook de stations zijn bijna overal vernieuwd. Het inchecken is net als op een vliegveld, je gaat door de bagagecontrole en je digitale treinkaartje wordt gescand (soms moeten buitenlanders even in een aparte rij en een paspoort laten zien) en je bent binnen in een enorme stationshal, waar iedereen rustig zit te wachten totdat omgeroepen wordt dat de betreffende trein er is, je wordt nog een keer gecontroleerd en kunt het perron op lopen en rustig je wagon en plek vinden. Er zijn winkeltjes en toiletten op alle stations.
Een van de grootste problemen vroeger in China was het vinden van een goede kop koffie. Heerlijk eten ja, koffie nee. In het westen en op het platteland is dit nog steeds zo, maar op steeds meer plekken draaien ze hun hand niet meer om voor een Latte Macchiato of double shot cappucino.
In de oude stad van Kashgar begin ik de dag ’s ochtends in een koffiebarretje onder het genot van een sterke cappucino en zag het leven langzaam op gang komen, kinderen wandelen zelf naar school, bakkers lopen met verse ronde broden in een kinderwagen door de straten en straathandelaren bouwen hun standjes op.
Een van de mooiste routes in China is de Panlong Road, een bergpas in het Karakorum gebergte op de grens met Pakistan, India en Tadzjikistan met 600 haardspelbochten. Een enorme verlaten gebied in een adembenemend landschap. Maar wat schetst m’n verbazing, bij minstens 10 haarspeldbochten staat een hippe koffietent / foodtruck, waar je bij een fantastisch uitzicht van een goede bak koffie kunt genieten op 4600 meter. Dit komt allemaal doordat het binnenlands toerisme in China enorm aan het veranderen is, waar Chinezen vroeger in grote groepen reisden, kiest de jeugd voor selfdrives over avontuurlijke wegen. En die jeugd uit steden als Beijing, Shanghai en Xi’an zijn inmiddels ook verslaafd aan koffie.
Ik loop naar de Bell Tower in Xi’an en zie opeens een paar meisjes helemaal verkleed in traditionele kostuums uit de Tang dynastie. Ik vraag of er een speciale gelegenheid / festiviteit is waarom ze zich zo verkleed hebben, maar nee, dit doen ze een paar keer per week. Het is erg trendy om er zo bij te lopen en het liefst dan overal selfies te maken. En als ik iets verder loop zie ik overal jongelui helemaal verkleed in de meest prachtige kostuums. Onderweg in Kashgar en bij de Karakorum Highway had ik al veel Chinezen gezien die zich graag als stoere Oeigoer, cowboy of Tibetaan verkleden en zich op yaks of kamelen laten fotograferen, maar dat is eenmalig op vakantie.
Er bijlopen in de kostuums uit grootse Chinese dynastieën is helemaal trendy. In Beijing lopen ze dan weer in kostuums uit de Ming dynastie. Sowieso is verkleden helemaal een ding, er zijn ook winkeltjes vol kostuums en photoboots waar je je kunt verkleden in Harry Potter stijl, als filmster of, ja noem het maar op… En ze zijn enorm populair deze winkels!!
De website van Dimsum Reizen maakt gebruik van cookies. Deze cookies onderscheiden we in de
categorieën functionele, analytische, advertentie en Social Media Cookies.