Reisverslag Zuid India
Bijzondere groepsreizen en individuele reizen Azië, Tibet, Bhutan, China en Vietnam
Reisverslag Zuid India, november 2014
Door Joeri Bauer
Waarom Zuid-India? De Taj Mahal staat er niet en ook Varanasi met de indrukwekkende rituelen langs de Ganges kom je onderweg niet tegen. Het antwoord is: Omdat we iets heel anders wilden zien en meemaken! Zuid-India staat bekend om haar mooie natuurreservaten met tijgers, de Backwaters en de bevolking is over het algemeen iets rustiger van aard dan in het noorden. In november maakte ik met mijn vriendin een fantastische reis door Zuid-India.
Mijn route:
Mumbai – Goa – Mysore – Mudumalai – Wayanad – Palaghat – Munnar – Periyar – Backwaters – Marari – Mumbai
Mijn foto's:
Staan op de South India & Mumbai album van Dimsum flickr galerie
Bollywood in Mumbai
Mumbai doet niet aan
als de miljoenenstad die het is. Oke, het verkeer is druk, maar staat zelden
helemaal vast en wat opvalt is de hoeveelheid
bomen in de stad en relatief veel laagbouw. Om iets te begrijpen van Bollywood
kopen we in de bioscoop een kaartje voor ‘Happy Ending’. Niet seksueels over
Thaise massages, maar een film over een hartenbreker die vriendschap sluit met
zijn vrouwelijke collega, beide zweren de andere sekse af en dan weet je wel
wat er gebeurt. De film is in het Hindi met af en toe wat Engels tussendoor,
maar we kunnen het goed volgen. Wanneer we de bioscoop uit komen vraagt een
jongen op straat of wij in een Bollywood film willen spelen. ‘You’ll get paid!’
Maar we hebben andere plannen en slaan het aanbod na enige twijfel toch af. Je ziet
in bijna iedere film wel westerlingen figureren in de dansgroepjes en in hippe
clubs. Volgens onze reisgids ben je als je meedoet wel een hele dag zoet voor
een paar seconden in beeld, maar goed dan heb je ook wat te vertellen thuis. De trein
naar Goa is helemaal prima, geen taferelen met overvolle perrons en de trein
zelf is wel vol, maar voor het aantal waar de coupés voor bedoeld zijn. We
slapen met acht mensen in een compartiment, twee stapelbedden van drie hoog en
één van twee. De bedden zijn ook de zitbanken,
wat betekent dat als de middelste naar bed wil, iedereen naar bed moet, anders
kun je niet meer zitten. De wc is natuurlijk niet schoon, maar ook niet heel
veel viezer dan de gemiddelde NS trein-wc. Best wel uitgerust komen we de
volgende ochtend aan in Goa.
Goa
Goa is
natuurlijk een ‘toeristenoord’, iets waar de gemiddelde Dim-Sum reiziger
misschien niet naar op zoek is. Mijn vriendin wel, althans naar een fijn
strand, dus we gaan toch. Het overwegend christelijke Goa is niet alleen een stad,
maar een deelstaat met Old-Goa als hoofdstad. Het seizoen is nog niet echt
begonnen, dus we hebben de stranden voor onszelf en nergens is een hippie te
bekennen. Een paar gepensioneerde, ieder jaar terugkerende Britten en een
verdwaalde Rus zijn ons enige gezelschap. Uit de strandtenten schalt ’s avonds
Russische muziek. De obers komen helemaal uit het grensgebied met Nepal voor
hun baan hier. Het Indiase verkeer is
hier niet echt angstaanjagend, dus we huren een scooter om wat van de omgeving
te zien en nog een ander mooi strand op te zoeken. In Old Goa worden op 3
december de festiviteiten rond de heiligverklaring van
Franciscus Xavierius opgebouwd. In een kerk stuiten we op de in een glazen kist
geconserveerde missionaris. Honderden pelgrims kussen de kist, wij laten het
bij een bescheiden handoplegging.
Op de foto
We vliegen
naar Bangalore, waar onze gids voor de rest van de reis al op ons staat te
wachten. Mister Murali komt zelf uit Tamil Nadu, heeft een vrouw en twee
kinderen en werkt al tien jaar voor de lokale agent. Eerst op kantoor, maar dat
vond hij te saai. We moeten even wennen aan zijn accent, maar al snel zijn we
het gewend en leren we dat zijn motto voor de hele reis ‘nothing the problem’
is. We rijden direct naar Mysore, de één na grootste stad van de deelstaat
Karnataka. Op onze blote voeten bekijken we het indrukwekkende Mysore Maharadja
paleis. Foto’s maken binnen mag niet, maar ach dat mag de pret niet drukken.
Met overwegend Indiërs uit andere staten schuifelen we door de gangen. Op
schilderijen staan legerofficieren op paarden en op olifanten. Eenmaal buiten
trekken we onze schoenen weer aan en worden we in gebarentaal aangesproken door
medewerkers van de ‘association of deaf bank employees’. Zo blijkt uit de tekst
op een papier. Degene die het beste kan
praten vraagt waar we vandaan komen en
of we met ze op de foto willen.De vreugde in de groep is ongekend groot
wanneer we hier uitgebreid de tijd voor nemen. Meer fotopret is er in de
dierentuin van Mysore. Murali lacht ons een beetje uit dat we daarheen willen,
maar toch lijkt het ons wel grappig om te zien hoe een Zoo er hier uit ziet en
hoe de mensen zich gedragen. Het hele park hangt vol met waarschuwingsbordjes
dat de dierentuin ‘a place to learn, but not to yell and scream’ is. Bejaarden,
kinderen, volwassenen, ze lijken de olifanten en leeuwen te vergeten zodra ze
ons in het vizier krijgen. We vinden het op zich nog wel grappig, maar beginnen
wel een selectie toe te passen op de manier waarop we gevraagd worden (beleefd
of brutaal) en of de groep niet al te
groot is, want één voor één met ze op de foto hebben we niet meer zo’n zin in. De
dieren zelf hebben het op het oog niet slechter dan in Artis, sommige
diersoorten zelf wel beter qua hokgrootte, dus dat valt ons alleszins mee. In Mysore
eten we overheerlijk. Hoe zuidelijker we komen, des te meer de menukaart verandert.
De tandoori’s en naan verdwijnen, de ‘prawn pagoda’s, dosa’s en pickles’ komen
erop.
Safari's en godsdienstles
Als we het
Mudumalai Tiger reservaat binnenrijden regent het nog zachtjes en we spotten de
eerste reeën en grijze langur apen. We verblijven in Jungle Retreat, een eco- accommodatie waar het beleid is dat
er geen groepen mannen mogen verblijven. Dit om de boel een beetje rustig te
houden. Waarom er een bewaker met
zaklamp mee moet lopen naar onze lodge begrijpen we na de mooie fotopresentatie.
Er huizen hier gevaarlijke slangen, en de beren, olifanten
en luipaarden lopen ook ’s nachts tussen de huisjes door. Met verborgen
camera’s zijn ze gefotografeerd. Een gemixte
groep ICT-ers uit Bangalore heeft een bedrijfsuitje hier en samen met de
jongens speel ik een partijtje volleybal. Ze laten zich lastig coachen, maar
hun enthousiasme is er niet minder om. Bij de jeepsafari moet je vooral Afrika
vergeten, want de wegen zijn geasfalteerd en je gaat gewoon met vier andere
jeeps bij de bosjes staan wachten tot er een olifant uitkomt. De Indiase
olifant is wel een stuk minder heetgebakerd dan de Afrikaanse, dus dat is mooi
meegenomen. Het gebied is bossig, dus
vergeet ook de uitzichten met uitgestrekte vlaktes en baobab bomen. Dat mag de
pret zeker niet drukken. India heeft haar eigen charme en we vermaken ons naast
de safari ook met de honden, katten en geiten bij de gastenruimte en staan in
de ochtend vroeg op voor een ‘birdwalk’. Thuis zijn we niet van die vogelaars,
maar hier zijn we door het dolle heen als we een kingfisher of andere
felgekleurde vogel zien. Met onze deskundige gids met haviksogen, een
verrekijker, twee meerennende huishonden, de ochtendnevel, wat verschillende
vogeltjes, een reuzeneekhoorn, een dorpje en een tempel op een heuvel zijn we
helemaal blij.
Onderweg
naar Palaghat krijgen we ‘godsdienstles‘ in de Keshava tempel in Somnathpur
wanneer we besluiten die samen met de aanwezige gids te bekijken. Hij blijft
ons tussendoor overhoren over hoe Shiva, Bramah en Vishnu eruit zien en wie de
bijbehorende godinnen en rijdieren zijn. We kunnen niet anders dan heel goed
opletten, want we willen geen modderfiguur slaan als domme toeristen. Mister
Murali is trots op ons, wanneer we ze alle negen kunnen opnoemen met uiterlijke
kenmerken erbij.
Homestay in Palaghat
Palaghat in
deelstaat Kerala hebben we uitgekozen vanwege de bijzondere homestay, Lappamannamana. Een door een Brahmaanse familie gerunde accommodatie inclusief
tempel, bijgebouwen, bibliotheek en een grote lap grond met bos en fruitbomen. Echt
een plek om tot rust te komen in de natuur, omringd door historie, vergane en
levende glorie en met het heerlijke eten dat onze gastvrouw ons voorzet. Onze
gastheer is priester, zijn opa was schrijver en dichter. De tempel is nu in
gebruik als lesruimte voor een lokale zangschool. De plek heeft rijkere tijden
gekend, dat is goed te zien, maar de familie is haar trots niet verloren en
vertelt ons met plezier veel over wat zich hier heeft afgespeeld.
Welkom in Kerala
‘Are you
enjoying your time in Kerala?’, is een vraag die ons al een paar keer is
gesteld sinds we hier zijn. Opvallend, want in de andere staten vragen mensen
ons wat we van India vinden. Net als in de VS hebben alle staten hier een eigen
slogan. Die van het overwegend christelijke Kerala is het ‘Gods own country’.
Mister Murali moet er een beetje om lachen en vindt dat de mensen hier het
nogal hoog in hun bol hebben. In het land van God wonen ook veel communisten. Na
India’s onafhankelijkheid kreeg de beweging hier voet aan de grond vanwege de
grote inkomensverschillen en de grote aantallen plattelandswerkers, velen ook
werkzaam in de thee-industrie. Moslims, christenen en hindoes leven opvallend
goed samen, ook een reden waarom het communisme levensvatbaar werd. Als je
tegen elkaar vecht, heb je geen ruimte voor iets anders.
Na vele
dorpen met rode vlaggen bereiken we Munnar, de belangrijkste theeplaats in
Zuid-India, gelegen tussen fotogenieke heuvels met theeplantages. Een rondleiding door een theefabriek hoort er
bij en natuurlijk schieten ook wij foto’s van de theepluksters. Indiase thee
(chai) drinken we meestal ergens aan de kant van de weg op aanraden van Murali.
We vinden het zelfs in het kleinste meest aftandse hutje, inderdaad stukken
lekkerder dan de veel te zwarte thee in de meeste hotels, waar de Britten
liters melk bij gooien.
Periyar & Backwaters
In de buurt van
Periyar gaan we het water op in een volgepakte boot om wilde dieren te spotten.
Behalve een paar aalscholvers, kingfishers en een hert zien we niet veel op het
mistige meer. We hebben het wel gezellig met een Australisch echtpaar dat naast
ons zit. In Thekkady leren we meer over de groei van de bekende Indiase kruiden
en nemen we ook een kookles bij meneer Sheril en zijn gezin. Ze hebben een
kookschool aan huis voor max 10 personen, wij zijn die avond met z’n tweeën.
Met hulp van het aanstekelijke enthousiasme van Sheril, zijn vrouw en moeder maken we geroosterde okra,
bonen met geroosterde kokos, ananas curry, viscurry, gekruide frietjes, bbq kip
en dhal brood. Of we het thuis nogmaals kunnen herproduceren is nog de vraag,
we krijgen het recept in ieder geval mee.
De
Backwaters zijn een soort Indiase Biesbosch maar dan vele malen groter. En wel
zo groot dat elk bootbedrijf z’n eigen gebied heeft en wij weinig andere boten
tegenkwamen. We voelen ons een beetje beschaamd wanneer we erachter komen dat
wij een hele houseboot voor ons tweeën hebben met luxe slaapkamer, badkamer,
dinerruimte, loungedek en drie man personeel. Afwisselend besturen ze de houseboot
en maken in de keuken de heerlijkste gerechten klaar. Wanneer ik een praatje
maak met de opperstuurman kom ik er snel achter dat hij heel blij is met zijn
baan. ‘Who has this kind of view in his office?’ Ze hebben onderling veel lol
en ’s avonds, wanneer wij naar de zonsondergang kijken, ook met de mannen van
de andere in de buurt aanwezige boten.
Cochin
Het strand
van Marari is lekker rustig en we nemen een laatste duik in de best wel warme
Arabische Zee. Cochin bekijken we in sneltreinvaart. Op het strand is net de
garnalenvangst gedaan en de vissers staan op het strand te handelen met de
afnemers. Het is inmiddels bijna kerst en de straten hangen vol met
zilverkleurige wappervlaggetjes. In ons hotelrestaurant smaakt het eten niet verkeerd,
maar het is wel duidelijk geïnspireerd door de smaak van toeristen die niets
lusten. Niet dat wij nou met stalen gezicht de meest pittige gerechten
aankunnen, maar dit is ronduit flauw.
We hebben in
ieder geval het bewijs geleverd voor alle sceptici die India vies vinden; je
kunt drie weken in India verblijven zonder diarree te krijgen!
Warme groet,
Joeri (nov 2014)
Warme groet,
Joeri (nov 2014)